Zonnecellen worden gemaakt van silicium. De manier waarop de cellen geproduceerd worden, bepaald of er een monokristallijne of polykristallijne cel ontstaat.
Bij monokristallijne panelen bestaat de structuur van het verwerkte silicium uit één groot kristal. Het ontwikkelen van deze stof tot een bruikbarezonnecel is kostbaar, maar het celrendement is gegarandeerd hoog.
Bij polykristallijne panelen bestaat de structuur van het verwerkte silicium uit kristallen van verschillende grootten. Door deze structuur zijn de zonnecellen van polykristallijn materiaal minder efficient in het omzetten van zonne-warmte in energie dan monokristallijne zonnecellen. Echter, anders dan bij monokristallijn materiaal kunnen van polykristallijn materiaal rechthoekige zonnecellen gemaakt worden. Dit resulteert in een betere benutting van het paneeloppervlak met polykristallijne cellen dan bij de vierkante monokristallijn cellen het geval is.
De levensduur en de terugloop van vermogen van beide typen cellen gaat gelijk op. Uiteindelijk is het rendement per paneeltype gelijk en zijn de 2 type zonnepanelen qua kwaliteit uitwisselbaar.